Ik voelde dat het tijd was om energie in mezelf te gaan steken. Jaren was ik helemaal gefocust op die kinderwens en plots kwam die achtbaan tot stilstand. Ik moest vast stellen: waar was ik eigenlijk al die tijd? Ik wilde niet mijn hele leven het slachtoffer blijven van onze kinderloosheid en heb mezelf de vraag gesteld: wat kan ik uit dit verdriet halen? Door naar de parels in het verdriet te kijken heb ik mezelf weer op de been gekregen. Voor mij ging dat over leren omgaan met emoties en kwetsbaarheid durven tonen. Voordien zat ik heel erg in mijn hoofd, ook professioneel. Nadat ik zelf een paar NLPtrainingen had gevolgd, heb ik daar mijn beroep van gemaakt.
Ik durf te zeggen dat de wond nooit helemaal zal helen. Tijd doet natuurlijk wat, maar ik zal nooit blij zijn met het feit dat we kinderloos zijn gebleven. Zeker op dagen als Sinterklaas, als de familie samenkomt, heb ik het moeilijk.
Of wanneer we op kraambezoek gaan. Ook al ben ik op zo’n moment blij voor de ander, dan voel ik mijn eigen pijn weer. Ongewenste kinderloosheid en de rouw die daarbij hoort is een taboe, zeker onder mannen. Daarom antwoord ik vaak, als mensen me vragen of ik kinderen heb: “Ja, elf, maar niet op deze wereld.” Ik doe dat om het onderwerp bespreekbaar
te maken, maar ook omdat het voor mij zo klopt. Die elf mis kramen hebben van mij een vader gemaakt. Ik voel me dan ook niet kinderloos. Mijn kinderen zijn misschien niet hier, maar op zielsniveau sta ik met hen in verbinding.
En net als met kinderen die er fysiek wel zijn, is het leven met hen soms een gedoe.’ •