BLOG

Psychologies magazine

Toen het eindelijk zover was, eindigde het helaas in een miskraam. Maar we dachten: het komt wel goed, we zijn nog jong. Dat was niet zo. Na nog een paar miskramen belandden we in een fertiliteitstraject. Ook dat liep niet goed af. In totaal hebben we elf miskramen tussen de zes en twaalf weken gehad. Die periode was een echte achtbaan, we hadden de ene na de andere verlieserva­ring. Maar tijd om er lang bij stil te staan was er niet, want telkens moesten we weer de moed vinden om door te zetten. Na zes jaar trokken we het niet meer. We gingen eraan kapot: ons elke keer weer opladen, hoop koesteren en dan weer knock­out geslagen worden. We stopten ermee, we konden niet nog een keer aanhoren dat het weer niet gelukt was. Die beslissing nemen was heel heftig. Ik heb een paar dagen thuisgezeten. Mijn collega’s waren op de hoogte, maar toen ik terugkwam op het werk, sprak niemand me erover aan. Niemand zei: “Ik vind het erg voor je.” Ik herinner me dat een collega met een burn­out een kaartje kreeg en dat ik dacht: “Ik had ook wel een kaartje gewild.”

 

Wat ik daarin­tegen wel vaak hoorde van mijn omgeving, was: “Dan heb je ruimte om leuke dingen te gaan doen.” Ik snap dat mensen dat zeggen vanuit de allerbeste bedoelingen, maar dat is niet wat je op dat moment wilt horen. Gelukkig waren er ook vrienden die wel luisterden. Die open vragen stelden, zoals “Hoe is het voor jou?” Zo kon ik op verhaal komen.

 

Ik voelde dat het tijd was om energie in mezelf te gaan steken. Jaren was ik helemaal gefocust op die kinderwens en plots kwam die achtbaan tot stilstand. Ik moest vast­ stellen: waar was ik eigenlijk al die tijd? Ik wilde niet mijn hele leven het slachtoffer blijven van onze kinderloosheid en heb mezelf de vraag gesteld: wat kan ik uit dit verdriet halen? Door naar de parels in het verdriet te kijken heb ik mezelf weer op de been gekregen. Voor mij ging dat over leren omgaan met emoties en kwetsbaarheid durven tonen. Voordien zat ik heel erg in mijn hoofd, ook professioneel. Nadat ik zelf een paar NLP­trainingen had gevolgd, heb ik daar mijn beroep van gemaakt.

Ik durf te zeggen dat de wond nooit helemaal zal helen. Tijd doet natuurlijk wat, maar ik zal nooit blij zijn met het feit dat we kinderloos zijn gebleven. Zeker op dagen als Sinterklaas, als de familie samenkomt, heb ik het moeilijk.
Of wanneer we op kraambezoek gaan. Ook al ben ik op zo’n moment blij voor de ander, dan voel ik mijn eigen pijn weer. Ongewenste kinderloosheid en de rouw die daarbij hoort is een taboe, zeker onder mannen. Daarom antwoord ik vaak, als mensen me vragen of ik kinderen heb: “Ja, elf, maar niet op deze wereld.” Ik doe dat om het onderwerp bespreekbaar
te maken, maar ook omdat het voor mij zo klopt. Die elf mis­ kramen hebben van mij een vader gemaakt. Ik voel me dan ook niet kinderloos. Mijn kinderen zijn misschien niet hier, maar op zielsniveau sta ik met hen in verbinding.

En net als met kinderen die er fysiek wel zijn, is het leven met hen soms een gedoe.’ •

Na elf miskramen namen Jan Willem (41) en zijn vriendin afscheid van hun kinderwens

Mijn vriendin en ik komen allebei uit een gezin met vier kinderen. Toen we een relatie kregen, was het meteen dui­delijk dat daar ook kinderen bij hoorden. Het duurde een poos voor we zwanger waren